Étretat, 1 januari 1917

                                                                                              Noord-Frankrijk

 

 

Geachte mevrouw Freeman,

 

Mijn naam is Ronin Bucheron. U kent mij niet, maar ik kende uw zoon Matthew zeer goed. Ik heb samen met hem bijna twee jaar gediend in het Accrington bataljon. Tegen de tijd dat u deze brief krijgt heeft u waarschijnlijk allang, naast de officiële bevestiging van zijn overlijden, ook het begeleidend schrijven van de dienstdoende officier gekregen. De handgeschreven woorden van troost dat hij een goede soldaat was en dat zijn verlies ten diepste wordt betreurd. Een paar voorgekauwde standaardzinnen, zoals u wellicht inmiddels ontdekt heeft, want er zijn uit ons dorp al zovelen gesneuveld. Ik was niet eerder in de gelegenheid om u te schrijven, maar nu ik daartoe in staat ben, wil ik u heel graag laten weten dat uw zoon werkelijk een goed soldaat en een trouwe kameraad was. Twee jaar lang was hij mijn beste vriend en er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk. Daarin voel ik mij ten zeerste met u verbonden.

     Ik heb lang getwijfeld of ik u zou schrijven. Het is verboden moet u weten. Al onze brieven worden gecensureerd. Bovendien zat ik vlak na zijn dood teveel met mezelf in de knoop en midden in een loopgravenoorlog. Na een paar maanden raakte ik zwaargewond en dacht het niet te zullen overleven. Maar ik ben er nog en liggend in dit ziekenhuisbed in Frankrijk heb ik veel tijd gehad om na te denken. U heeft er recht op om te weten hoe de laatste twee jaren uit het leven van uw zoon zijn geweest en wat er precies gebeurd is op de dag dat hij stierf. Bovendien zal het mij misschien goed doen om het u te vertellen, want ik kan mij niet losmaken van het idee dat het mijn schuld is dat hij er niet meer is. Daarom was ik op nieuwjaarsdag meteen aan deze brief begonnen, als mijn belangrijkste goede voornemen voor dit jaar. Inmiddels zijn we alweer een paar dagen verder, want ik heb veel pijn en voel me groggy van de medicijnen. De wond gaat steeds open en ik weet niet of ik het zal redden. Het is ook maar helemaal de vraag of ik deze brief ooit ongezien gepost kan krijgen. Toch zal ik er iedere dag aan werken, voor u en voor mezelf, om voor uw zoon in het klein een schriftelijk monument op te richten. Dat verdient hij!